Op mijn werk zag ik een boek liggen met de naam 'Tabitha'. Daar werd ik erg nieuwsgierig van, want dat is mijn naam. In de pauze ben ik daar een stukje uit gaan lezen. Ik werd geraakt door een stukje uit het boek wat ik graag met jullie wil delen.
Handelingen 9:36 En er was in Joppe een zekere discipelin van wie de naam Tabitha was, wat vertaald Dorkas betekend. Deze was overvloedig in goede werken, en in liefdegaven die zij schonk.
Heb je er wel eens bij stilgestaan dat het bijzonder is dat deze vrouw een discipelin wordt genoemd? Dat wil zeggen dat zij de Heer volgde en gehoorzaamde. Als discipel mogen wij nu ons leven afleggen aan Jezus Christus onze verlosser en leider. En nu in een nieuw leven Hem gehoorzamen en volgen! (Romeinen 6)
Misschien denk je wel wanneer je dit leest, dat klinkt best zwaar en beklemmend. Dan citeer ik even de geweldige uitdrukking van Paulus, VOLSTREKT NIET! Het is een prachtig cadeau dat we Hem mogen volgen en zoals er staat geschreven in Romeinen 8:15 Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba Vader!
Dit stukje wil ik uit het boek uitlichten: "Tabitha’s naam heeft een mooie betekenis. Het is de naam voor een dier dat vooral grote schoonheid heeft: de gazelle (hinde). Juist de vrouw besteedt vaak aandacht aan het uiterlijk. Wat gaat daarmee soms veel tijd voorbij. Maar zou Tabitha’s naam vooral niet wijzen op het inwendige schoon van het genadewerk Gods in de ziel verheerlijkt? Wat de Heere in het hart werkt, komt in de vruchten openbaar. Zeker in kleding, woorden, in wat we lezen, doen en laten. Tot waarschuwing moet ook gezegd worden dat er wel veel goeds gedaan kan worden. Als echter dat inwendige schoon van Gods werk gemist wordt, is dat alles niet tot Gods eer. Wat de Heer in het hart werkt, komt altijd openbaar. Dat blijkt bij deze vrouw uit de liefdegaven die ze geeft en de kleding die ze voor de arme naaste heeft genaaid."
Dit raakte mij juist die dag, omdat ik niet zo lekker in mijn vel zat. Ik zag op tegen mijn werkdag en ik voelde de druk om het goed te doen voor de mensen om mij heen. Uiteindelijk alleen maar mijn eigen ‘hoge lat’, waardoor ik het vaak niet ‘goed genoeg’ doe. Die dag had ik een make-upje op gedaan en vrolijke kleding aangetrokken, zodat er niet zoveel aan mijn uiterlijk te zien was. De waarschuwing uit het boek confronteerde mij, want ja inderdaad we kunnen heel veel dingen goed doen, altijd maar ons best doen. Maar wat is onze drijfveer, onze intentie daarachter? Die dag deed ik het niet tot de eer van God, maar ik was alleen maar mijn best aan het doen om mezelf te bewijzen en niet te willen falen.
Nu staat er in Hooglied 8:14 Kom haastig, mijn Liefste, en wees als een gazelle of als het jong van een hert. De verwijzing die hierbij staat is openbaringen 22:17-20: En de geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets. Dit vind ik dan een hele bijzondere verwijzing.
Dit is de kern, dat we God als bron zien in alles, echt in alles wat we doen! Bij Hem mogen we zijn, gesterkt worden en ons geliefd weten.