Een aantal weken geleden was onze jongste zó gefrustreerd dat hij met zijn vuist op de wasmand sloeg en je raadt het al, dwars er doorheen! Even waren we allebei sprakeloos, maar daar blijven staren naar dat gat in de mand had ook niet zo veel zin, dus ik tilde hem op en nam hem mee naar beneden.
We aten onze boterham, poetsten onze tanden (dat gat staarde ons nog steeds aan...) en gingen op weg naar school. Onderweg hoorde ik vanaf mijn bagagedrager een stemmetje,
"mam, als ik thuis kom, ga ik 'm plakken, oké?".
Eenmaal thuis keek ik nog eens beter naar die wasmand, het stuk wat er uit was, kon ik precies terugzetten en je zag er eigenlijk niets meer van. Ziezo, mooi opgelost! Ik vulde de wasmachine, ging andere dingen doen en toen de machine liet weten klaar te zijn, liep ik weer naar de badkamer en wat schetst m'n verbazing... stuk er weer uit! En met dat ik stond te prutsen om het er weer netjes in te krijgen, moest ik denken aan ons leven.
Zijn wij niet precies zoals die wasmand?
Met een beetje prutsen, ziet ons leven er prima uit, geen vlek of gat te bekennen, maar zodra er wat druk op ons komt,
vallen we door de mand en zijn we kapot;
kapot door de zonde in ons leven...
Wat een hoopvolle gedachte is het dan,
dat Vader ons beloofd dat Hij ons nieuw zal maken, lees het maar eens na in Jesaja 43 of
Openbaring 21. Niet aan elkaar geplakt met ductape, of de naadjes netjes dicht gekit, maar nieuw!
Een nieuwe schepping, we zullen worden wat we ons niet eens voor kunnen stellen en nog nooit eerder gezien hebben!
Wat een dag zal dat zijn, en wat zie ik daar naar uit!