Het gebeurde vorige week toen ik met één van mijn dochters in de auto zat. De radio stond aan en er werd iets besproken over de oorlog in Oekraïne. Mijn dochter slaakte een diepe zucht en merkte op: ‘Mama, jullie leren ons als we ruzie hebben: ‘Wat gij niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet’. Waarom doet Poetin dit dan?’
Dit leverde een mooi gesprek op. Met in mijn hart een klein vreugdesprongetje, dat er schijnbaar toch iets blijft hangen van wat ik mijn kinderen wil meegeven. 😉
Onrecht in de wereld. Onrecht dat heel dichtbij komt, de afstand is aan te rijden met de auto. In de Bijbel worden we aangespoord om recht te doen, trouw te zijn. Dit kunnen we vinden in Micha 6:8 Er is jou, mens gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen. Trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
Een mooie opdracht voor ons: Recht doen, trouw zijn! Maar in dit vers staat ook heel duidelijk dat wij weten wat goed is om te doen!
Wij mogen meeleven met de mensen in de Oekraïne. Met de mensen die op de vlucht zijn, die in onze dorpen worden opgevangen. Allereerst door gebed, maar ook praktisch. Onze ogen niet sluiten voor onrecht, bewogen zijn met mensen, net zoals Jezus bewogen is met mensen. Vanuit bewogenheid handelen. Niet iedereen heeft de ruimte en mogelijkheden om mensen in huis op te vangen of om mensen op te halen. We mogen onze tijd geven, spullen, andere mensen ondersteunen die mensen opvangen. Daarbij willen we de andere plekken waar onrecht gebeurt niet uit het oog verliezen.
Recht doen en trouw zijn in wat we doen, op de plek of vanuit de plek waar wij wonen.