Ik word wakker van de tieners die terug komen van een concert en hoor, tussen de regendruppels door, allerlei stemmen buiten. Terwijl ik beter luister, realiseer ik me dat er gesleept wordt met luchtbedden en slaapzakken. Een aantal tienertenten zijn zó nat geworden, dat er niet meer in geslapen kan worden. In de andere tenten wordt wat geschoven en zodoende vindt iedereen gelukkig weer een droog plekje.
Ik ben intussen klaarwakker en kan alleen maar denken aan hen die niet de luxe hebben van een grote, droge tent ‘een deurtje verderop’, die niet in de riante positie verkeren dat hun tent maar een woning voor een weekend is, die niet de mogelijkheid hebben om maandagavond alles wat nat en vies geworden is in de wasmachine te gooien…
Het lijkt vaak zo’n ver-van-mijn-bed-show, iets wat niet in jouw straat gebeurd, maar dat is het niet! Leed, onrecht, ellende, het is dichterbij dan je denkt. Zó zichtbaar in de vluchtelingen die opnieuw ons land binnenkomen, maar ook in die ouders die de rekeningen niet kunnen betalen, omdat ze slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire; of in die man die werkelijk niemand meer heeft op deze wereld en zijn dagen doorsjokt met als enkel lichtpuntje, een borrel in de stad. Zie jij het nog?
God roept ons op zoveel plaatsen in Zijn woord op oog te hebben voor de zwakken, voor de zieken, voor de vreemdelingen, voor de gevangenen. Hij roept ons op om recht te doen waar onrecht heerst, om trouw te zijn en gastvrij ons huis te openen. Doe het niet omdat het moet, of omdat het zo hoort, maar doe het van harte, omdat je het voor Hem doet in de eerste plaats (Kolossenzen 3: 23)!
Mag ik je uitdagen om je omgeving eens te bekijken door de ogen van Jezus, om te onderzoeken waar jij iets voor die ander kan betekenen. Hij wijst je zeker de personen aan die Hij op het oog heeft. Vertrouw op Hem en wees een zegen!