Wat doe jij als je voor de spiegel staat? Sommige mensen halen snel een borstel door hun haar en zijn klaar. Anderen nemen langer de tijd om voor de spiegel zalfjes, poeders en gelletjes aan te brengen.
Wat zie jij op het moment dat je voor de spiegel staat, als je écht voor de spiegel gaat staan. Wat zie je dan? Je eigen vrolijke ogen. Een eerste grijze haar? Een vrolijk iemand of zie je een bezorgde blik? Zie je een zelfde mond als je moeder, of de oog opslag van één van je kinderen? Op wie vind je jezelf lijken? Zie je gelijkenissen van je ouders of van je kinderen? Herken je dat sommige stellen zelfs op elkaar lijken?
Deze week las ik opnieuw dat mijn lichaam, een onderdeel is van het lichaam van Christus. Vaak lees ik dit heel geestelijk. ‘Weet u niet dat uw lichaam een deel is van het lichaam van Christus.’ ( 1 Kor 6:15) Ik geloof dat hier niet zozeer om het geestelijke lichaam, maar dat er wel over ons aardse lichaam wordt gesproken. Ons lichaam is tastbaar. Ik, jij, wij zijn gemaakt naar Zijn beeld. Gemaakt naar hoe Jezus eruit ziet. Net zoals kinderen op hun ouders lijken. (Gen 1:26) Heel praktisch en tastbaar.
Ik geloof dat we, als we in de spiegel kijken, naar een stukje van onze Heer, Meester, Verlosser, Zaligmaker kijken. Ik geloof dat als ik naar jou kijk, ik een afspiegeling van Jezus zie in jou. Who, wat gaaf! We laten niet alleen aan de wereld zien wie Jezus is, door wat we doen. Of juist wanneer we er voor kiezen, soms juist wat we niet doen. Als mensen naar ons kijken, zien ze een deel van het lichaam van Jezus!
De volgende keer als je in de spiegel kijkt, kijk je vast met een onderzoekende blik omdat je dit hebt gelezen!